Gastblog Inge van der Meulen Iedere naaister kent het waarschijnlijk wel. Je hebt een kledingstuk dat je graag zou willen namaken, maar je hebt geen patroon. Uit elkaar halen en de onderdelen kopiëren ligt dan voor de hand, maar dat is veel werk èn je heb je daarna niets meer aan je favoriete kledingstuk. Gelukkig is dat helemaal niet nodig. In Threads Magazine vond ik een tijdje geleden een artikel waarin een methode uit de confectieindustrie wordt beschreven. Deze methode wordt gebruikt om prototype kledingstukken te beoordelen op o.a. de maatvoering en comfort. Dezelfde aanpak heb ik onlangs toegepast op een jasje dat ik al lang heel graag wilde namaken. Het origineel is gemaakt van een stevige geweven jacquard waar geen rek in zit. Het is ongevoerd. Het model heeft een prinsessenlijn. Er loopt een naad van het armsgat via de buste naar de taille. In het voorpand is dat gecombineerd met een kleine coupenaad. Het achterpand bestaat uit drie delen. De beide voorpanden uit twee en ook de mouwen zijn tweedelig. Het liggende kraagje is dubbel. De naden zijn aan de binnenzijde afgewerkt met band. De beleggen zijn verstevigd met vlieseline. Het beleg aan de achterzijde is van een soepele katoenmix. Het jasje heeft aan de voorzijde een deelbare metalen rits. Het jasje is regelmatig maar zeker niet veel gedragen. Het moest echter gereinigd worden en omdat ik niet wist hoe het daarbij zich zou houden, wilde ik vóór die tijd het patroon nagemaakt hebben. Voordat ik begon heb ik het jasje binnenste buiten gekeerd en goed gekeken naar de structuur. Vervolgens heb ik pand voor pand zo plat mogelijk op tafel gelegd. Ik werk het liefst met zo dun mogelijk patroonpapier en dat bewees ook met deze klus weer goede diensten. Afgepaste stukken patroonpapier heb ik vervolgens zorgvuldig vastgespeld op het pand dat ik wilde kopiëren. Ik had het geluk dat de met wit garen gestikte naden goed zichtbaar waren op de donkerblauwe ondergrond. Met een dunne stift heb ik die lijnen vervolgens overgenomen op het papier. Bij de voorpanden en de vóór – en achterzijpanden ging dat heel gemakkelijk. Het voorpand met de coupenaad was even puzzelen. Om die coupenaad er goed in te krijgen moest ik de zijkant van het betreffende pand verlengen met 2 cm (dwz de lengte van de coupenaad). Vervolgens heb ik de onderzijde verbonden met de middenvoorkant (waar de rits zit). Het middenachterpand en de mouwen waren lastiger na te maken. Het achterpand was aan de schouderzijde niet symmetrisch te krijgen en de mouwen bleken op ellebooghoogte door het dragen toch iets te zijn uitgerekt. Ik kwam er niet uit hoe ik dit probleem moest oplossen en ik had het hele project al bijna opgegeven, toen ik bedacht dat het Burda patroon van mijn Chanel stijl jasje wel veel weg heeft van het jasje waar ik mee bezig was. Wat als ik dat patroon zou kunnen gebruiken om wat ik al had gekopieerd te controleren en waar nodig aan te vullen? Dat bleek inderdaad de oplossing. Zo heb ik de mouwen van het Burda jasje overgenomen en ook het middenachterpand aangepast aan het Burda patroon. De ‘kop’ van het originele jasje was veel minder hoog dan het Burda jasje. Ik bedacht dat dat waarschijnlijk te maken heeft met de stofkeuze. Geweven jacquard is redelijk stug en de stof laat zich moeilijk verdelen. Daarom heb ik de originele kop aangehouden. De lijn van achterzijpanden heb ik tenslotte aangepast aan het gecorrigeerde middenachterpand. Vervolgens was de vraag natuurlijk: klopte wat ik had gedaan? Er was maar één manier om daarachter te komen en dat was het maken van een proef. De proef heb ik gemaakt met een dunne, bijna transparante katoen. Dat werkt geweldig! Je neemt het papieren patroon over op de stof met een dunne stift of ballpoint. Dat schijnt door op de achterkant en als je die ook nog eens markeert dan wordt spelden en naaien super simpel. De proef bleek een succes. Zijnaden, deelnaden en coupenaden. Alles past. Het inzetten van de mouwen was zoeken en experimenteren, maar ook dat ging goed. Nu ik eenmaal weet hoe ik het jasje in elkaar moet zetten kan ik de markeringen daarvoor op het patroon aangeven. Na het aangeven van de draadrichting is het nu helemaal compleet. Het resultaat: een goed zittend op maat gemaakt patroon van één van mijn favoriete jasjes waarvan ik nu al weet dat ik het nog vaak zal namaken. Disclaimer Deze methode werkt alleen als je heel precies werkt èn de stof van het kledingstuk dat je wilt kopiëren nog in goede conditie is d.w.z. niet uitgelubberd of gerekt of juist gekrompen na wassen. Hier geldt ook echt: meten, meten en nog eens meten. Ook is het belangrijk om bij het namaken rekening te houden met de stof van het origineel. Een patroon wordt gemaakt voor een bepaald type stof en dan is het raadzaam daar rekening mee te houden bij het namaken. Zo voorkom je veel teleurstelingen. Meer blogs van Inge: Klick op foto om naar de blog te gaan Zelf een buikdanskostuum maken: Hoe maak je dit prachtige rode Chanel-style jasje? En dit prachtige Jacky Kennedy jas! En/of een Tiroler jasje voor manlief: Net zo handig: maak eerst even een torso van zijn maten:
Comments are closed.
|
Hoe naai je een Chanel-Style jasje, we love Chanel Information, Historische kostuums, Couture & Sewing boek recensies en tutorials.
|