|
Mijn hart maakt een sprongetje als ik een oud naaipatroon vind – vooral als het om een klassiek Chanel-jasje gaat. Er is iets bijzonders aan die vergeelde vellen papier, soms met potloodkrassen van een vorige eigenaar, alsof ze fluisteren: “Maak mij weer tot leven.” Ik ben dol op vintage naaipatronen, of ze nu uit de jaren ’50, ’60 of ’70 komen. Ze voelen als kleine schatten, vol verhalen en vakmanschap. En ja, soms zijn ze echt goud waard – maar niet altijd om de redenen die je denkt. Waarom vintage patronen de beste vrienden zijn Allereerst: die pasvorm. Chanel-jasjes uit die tijd zijn vaak zo slim ontworpen dat ze nog steeds perfect zitten. Coco Chanel was een genie in comfort en elegantie, en veel patronen uit haar tijd (of geïnspireerd door haar stijl) hebben details die moderne ontwerpen soms missen. Denk aan precieze mouwinzettingen, slimme naadplaatsingen en afwerkingen die ervoor zorgen dat het jasje mooi valt, zonder knellen of rare plooien. En de instructies? Vaak zo gedetailleerd dat je het gevoel hebt dat er een ervaren naaister mee over je schouder kijkt. Dan is er de tijdloosheid. Een echt Chanel-jasje gaat nooit uit de mode. Of het patroon nu uit 1955 of 1965 komt, het resultaat ziet er nog steeds chic uit. Dat is iets wat je niet altijd kunt zeggen van de laatste “trendy” patronen die na één seizoen alweer vergeten zijn. Bovendien is er iets magisch aan het idee dat je hetzelfde jasje maakt als je oma of overgrootmoeder misschien ooit droeg. Het voelt als een verbinding over generaties heen. Maar let op: niet alles is rozengeur en maneschijn Natuurlijk zijn er ook uitdagingen. De maten, bijvoorbeeld. Een maat 38 uit de jaren ’60 is vaak veel kleiner dan een moderne 38 – soms wel twee maten! Dat betekent dat je soms flink moet aanpassen of eerst een proefmodel moet maken. Ook de stoffen uit die tijd zijn niet altijd meer voorhanden. Tweed vind je nog wel, maar de exacte kwaliteit en samenstelling kunnen verschillen. En dan is er de stijl. Sommige patronen hebben details die nu wat gedateerd overkomen: te grote revers, rare knopen, of een pasvorm die niet meer bij onze huidige smaak past. Maar gelukkig kun je dat vaak makkelijk aanpassen. En eerlijk is eerlijk: soms is het juist leuk om zo’n jasje bewust vintage te houden – als een knipoog naar het verleden. Waar vind je die schatten? Nu het leukste deel: de jacht! Ik heb mijn beste vondsten gedaan op de gekste plekken. Begin bij de voor de hand liggende plekken:
Zijn ze goud waard? Sommige wel, ja! Originele Chanel-patronen (als ze al bestaan – Chanel verkocht ze niet zelf, maar er zijn wel patronen geïnspireerd door haar ontwerpen) kunnen flink in prijs oplopen, vooral als ze zeldzaam of in perfecte staat zijn. Maar ook patronen van andere merken of tijdloze klassiekers zijn de moeite waard. Het gaat niet altijd om de financiële waarde, maar om het plezier van het maken – en het resultaat: een jasje dat echt bij je past, in elke betekenis van het woord. Ga op jacht! Of je nu een doorgewinterde naaister bent of net begint: het werken met vintage patronen is een avontuur. Je leert niet alleen naaien, maar ook geduld, creativiteit en een stukje geschiedenis. En het resultaat? Een jasje dat niet alleen mooi is, maar ook een verhaal vertelt. Dus graaf die oude naaidoos maar eens op, check Marktplaats, of vraag je oma naar haar “oude spullen”. Wie weet vind je wel het patroon voor jouw volgende meesterwerk – en word jij de volgende in een lange rij van trotse Chanel-jasjes-dragers! Zie ook deze pagina: Sewing patterns Chanel-Style
Comments are closed.
|
Since 2018
Dit is het Nederlandse blog van de Engelstalige website SewingChanelStyle, met als doel: het delen van naaipatronen-reviews, produkten-reviews, boekrecensies en informatie over Chanel-Style en Historische couture.
|





