Gastblog van Inge van der Meulen Eeuwenlang is het gilet als kledingstuk een prominent onderdeel van de Europese mannenmode geweest. Variërend van eenvoudige vesten van ruige wol of grof linnen voor de gewone man tot exemplaren van peperdure stof als zijde en fijn linnen voor de elite. Wie internet erop nazoekt vindt met een paar muisklikken de mooiste, niet zelden rijk geborduurde en met goud- of zilverdraad bestikte exemplaren voor de allerrijksten uit vroeger eeuwen. De mannenmode is al lang niet meer zo uitbundig en kleurrijk als destijds, maar het gilet of vest bestaat nog steeds. En wie zegt dat die niet net zo kleurrijk kunnen zijn als de exemplaren die we nu nog in textielmusea kunnen bewonderen? Daarvoor moet je natuurlijk wel het lef hebben.
De gilets die je nu nog ziet zijn niet zelden onderdeel van het kostuum van de bruidegom. Prachtige exemplaren die als de grote dag eenmaal achter de rug is in de kast blijven hangen. Zonde is dat. Een gilet voegt iets extra’s toe aan een outfit en kan veel vaker gedragen worden. Casual, chique, ruig, elegant, verfijnd, stoer. Alles kan. Op een spijkerbroek of een goede pantalon. Met een mooi wit overhemd of juist een gewoon Tshirt. In een effen of gedessineerde stof. Gecombineerd met sneakers of met mooie loafers. Voor oudere en voor jonge mannen. Je kunt er alle kanten mee uit. Daarom hierbij een warm pleidooi voor de terugkeer van het herengilet!! Van confectie naar maatwerk Ik heb een man die graag gilets draagt. Sinds een aantal jaren maak ik die zelf voor hem. Ze zitten beter, staan mooier dan wat hij voorheen in de confectie kocht, want ik maak maatwerk. Hij kiest zelf de stoffen en fournituren en volgt daarbij volledig zijn eigen smaak. Ik heb inmiddels twee basis patronen: Vogue 8987 en een patroon uit Burda Style 2013-4. In dit en een volgend blog mijn ervaringen met beide patronen en wat tips waar je als naaister misschien wat aan zou kunnen hebben. Vogue 8987 Het patroon komt in verschillende maten en varianten. Op de foto’s zie je variant B. Het model heeft twee vóór- en twee achterpanden plus twee zijpanden. De naden vóór zijn tevens de coupenaden. De achterzijde wordt in model gebracht d.m.v. twee padjes die met een gesp worden verbonden en kunnen worden gesteld. Tussen de vóór- en achterzijpanden zitten kleine splitjes. De naden worden deels doorgestikt. Het gilet wordt volledig gevoerd. Tussen de vóór- en achterkant van het werk wordt vlieseline ter versteviging aangebracht. Aan de voorzijde zitten in totaal drie paspelzakken. Ik heb er aan iedere kant één gemaakt. Ik kende het model niet, had nog nooit eerder iets voor mijn man gemaakt. Ik ben dus begonnen met alle patroondelen na te meten waarbij ik vooral op de buikomvang heb gelet. Daarna heb ik eerst een proef gemaakt. Alleen de schouders moesten iets opgehaald worden. Verder viel het mee. De verwerking Voor dit gilet koos mijn man een klassieke Harris tweed met een ingeweven ruit. Bij een ruit moet je altijd meer stof kopen dan aangegeven. Dat komt omdat je de patroondelen niet zomaar op de stof kunt leggen. Je moet rekening houden met stofverlies juist vanwege die ruit. In dit geval hebben we ervoor gekozen om de ruit horizontaal door te laten lopen. De ruit in het beleg aan de voorzijde loopt op dezelfde manier door. Het was een heel gepuzzel om dat voor elkaar te krijgen, maar het is gelukt. De voeringstof heb ik eerst gewassen en geperst voor de schaar erin ging. De tweed heb ik met stoom voorgekrompen. Het patroon had geen verrassingen nadat ik het op basis van de proef had aangepast. Wijs geworden door mijn ervaringen met het rode Chanel style jasje heb ik eerst alle patroondelen gelockt en voorzichtig geperst. De Engelstalige beschrijving was redelijk te volgen, maar van de beschrijving van de paspelzakken begrijp ik tot op de dag van vandaag helemaal niets. Gelukkig zijn er op internet goede instructiefilms te vinden over hoe je dat aanpakt en daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Van Claire Shaeffer heb ik geleerd dat je het beste eerst alle patroondelen in orde kunt maken, vóór je een kledingstuk in elkaar zet. Ik doe dat nu met alles wat ik maak en is een heel waardevol advies gebleken. Dat merkte ik toen ik de knoopsgaten ging maken. Mijn machine, een oersterke Pfaff Stretch and Jeans uit 1996, ging ondanks het dubbele transport volkomen onverwacht ‘bokken’ (pas op de plaats maken..). Het effect was een stiksel met een dikke ophoping van draden bij het eerste de beste knoopsgat. Dit was het echt het ergste dat ik ooit als naaister heb meegemaakt. De dagen daarna heb ik met engelengeduld heel voorzichtig om de stof niet te beschadigen al die draden losgetornd. Het heeft me een paar uur gekost, maar het lukte! Toen was natuurlijk de vraag waarom die machine zo bokte. Na een heel aantal proeven met verschillende lagen van de stof die over was bleek uiteindelijk dat de stof aan de binnenzijde van het voorpand gewoon te dik was. Nadat ik die bulk getrimd had ging het alsnog prima en je ziet er gelukkig niets meer van. Weer wat geleerd! Burda Style 2013-4 Het in deze Burda aangetroffen model is weliswaar simpeler, maar de beschrijving had iets uitgebreider gemogen. Daarover gaat deel 2 van dit blog. Comments are closed.
|
Hoe naai je een Chanel-Style jasje, we love Chanel Information, Historische kostuums, Couture & Sewing boek recensies en tutorials.
|